“De hartelijkheid die ik tijdens de zorg ontvang, is onvoorstelbaar”
Tiny Mounier-Koole maakte kennis met Savelberg, onderdeel van Zorgpartners Midden-Holland, als mantelzorger van een tweeling. Ze leerde Savelberg beter kennen als vrijwilliger en nu als bewoner ziet ze de andere kant van het centrum. Tiny: “Als vrijwilliger ben je begeleidend naar de bewoner toe, maar nu zit je als cliënt aan de andere kant van de lijn. Het is heel druk en er is een tekort aan personeel. Als vrijwilliger heb ik dit al meegekregen. Daarbij heb ik geen haast. Als ik even moet wachten, weet ik dat het niet anders kan.”
Tot 2008 was Tiny mantelzorger. Hierna is ze gevraagd door de geestelijk verzorger om te helpen bij de kerkdiensten op zondag. “In die tijd werd het altaar een stilteruimte om andere geloven ook een plek te geven voor hun diensten. Dit betekende dat we iedere zondag het altaar moesten opbouwen voor de dienst. Hier wilde ik graag bij helpen.” Twaalf jaar lang heeft Tiny dit vrijwilligerswerk gedaan met een andere vrijwilliger. Daarna nog een aantal jaar alleen. “Maar toen werd ik te oud. Het werk werd te zwaar, ik kon het niet meer.” Toch bleef Tiny naar de kerk komen iedere zondag. Voordat ze in Savelberg kwam wonen, kende ze dus al veel bewoners en medewerkers.
Geen haast
Begin vorig jaar had Tiny een ongeluk in haar woning. Als gevolg hiervan kon zij niet terug naar haar eigen woning. De eerste maanden verbleef Tiny in De Waterpoort in Krimpen aan de Lek en later kwam er een plekje vrij in Savelberg. “Je kunt je voorstellen dat dat heel heftig is. Als je thuis bent, kun je alles doen zoals jij het wilt. Hier geef je een deel van de regie over. Deze medewerkers zijn verantwoordelijk voor je. Daarbij kunnen de zorgmedewerkers het niet helpen dat jij hierheen moet verhuizen. Dit mag je dus nooit botvieren op iemand.” Achteraf gezien was Tiny blij dat ze de eerste maanden na het ziekenhuis tot rust kon komen in De Waterpoort. “Omdat dit een kleiner huis is, is het altijd heel rustig. Ze hadden hier op een andere manier aandacht voor je. Zowel bij feestelijke als droevige momenten.
Toen Tiny te horen kreeg dat ze ‘terug’ naar Savelberg kon verhuizen, was ze wel heel erg blij. Ze heeft het altijd naar haar zin gehad als vrijwilliger en kende veel medewerkers al. Savelberg voelde dus niet vreemd. “Er is gewoon heel veel zorg van mij af gevallen toen ik hier kwam wonen, dat geeft mij rust. Ook al is het vreselijk druk, ik heb geen haast. Het verbaast bij soms dat ze het volhouden met zo weinig personeel. Als ik even moet wachten, weet ik dat het niet anders kan. Ze doen allemaal verschrikkelijk hun best.”
Allemaal een taak
Door haar verhuizing heeft ze veel moeten achterlaten, maar ook veel terug gekregen. Zo vertelt Tiny dat ze twee geweldige echtparen aan mantelzorgers heeft, ze hoeft geen boodschappen te doen, niet te koken of af te wassen. Dat maakt haar leven een stuk rustiger. Daarnaast ervaart Tiny de verzorging als positief en vindt het onvoorstelbaar hoeveel hartelijkheid ze krijgt tijdens deze zorg en daarbuiten van alle medewerkers. Ze legt uit: “Het leven gaat door. Je komt iedere keer in een nieuwe fase, maar zorg ervoor dat je kan blijven groeien. Zo wil iedereen ook een leuke, hoogopgeleide baan, maar we hebben ook mensen nodig die met hun handen werken. Ik ben dan ook enorm blij met alle medewerkers van Savelberg. Ik had geen betere plek kunnen hebben.” Ze vervolgt dat we hier niet vrijblijvend zijn. We hebben allemaal een taak. “Het is belangrijk om aandacht te hebben voor naasten en onbekenden. Ik zeg altijd, als je de mogelijkheid hebt om iets goeds te verrichten, dan heb je toch een taak. Al is het maar een klein gesprekje om mensen op te beuren.”
Nog niet op
Regelmatig is Tiny bij de fysiotherapeut te vinden. Dan loopt ze tussen een loopbrug met twee leuningen. “Ik doe hier altijd heel erg mijn best, want ik vind het zo leuk om weer even te kunnen lopen.” Tiny begint in zichzelf te lach en vertelt: “Dan denk ik: ‘zie je wel, mijn benen zijn nog niet helemaal op.”
Afstand nemen
Tiny ziet hier regelmatig nieuwe mensen komen die ook een reden hebben om hier te zijn. “Ik hoef niet alles te weten, maar we hebben allemaal afstand moeten nemen van ons thuis.” Ze weet hoeveel impact het heeft wanneer je hoort dat je niet meer naar huis kan en dat je je huis moet verkopen of de huur moet opzeggen. Dat andere bewoners hier moeite mee hebben, ziet ze veel om zich heen. “Het is een proces en je moet leren om afstand te nemen. Dan zeg ik altijd dat ze het anders moeten stellen. Je kamer is je huis, je appartement. Als ik beneden ben, dan denk ik ‘ik ga naar huis’. Als je dat voor jezelf kan realiseren, dan ben je gelukkig.”