“We starten altijd met een goede analyse van de cliënt”
26 mei 2023
De zorg voor mensen met dementie en met een beperking moet zoveel mogelijk op vrijwillige basis plaatsvinden. Verzet wordt steeds beter herkend binnen Zorgpartners Midden-Holland en we werken er samen hard aan om onvrijwillige zorg te voorkomen, de impact te verminderen of af te bouwen. Hoe gaat dat in de praktijk in zijn werk? We spreken Danielle Pelzer (Specialist ouderengeneeskunde), Helen Baker (GZ-psycholoog) en Karin van Beek (Persoonlijk begeleider) op onze locatie Prinsenhof. Uit de analyse OVZ van 2022 bleek dat op de afdeling Dementie met zeer ernstig probleemgedrag (D-zep) onvrijwillige zorg is afgebouwd. We zijn benieuwd wat dit team daarover kan vertellen.
Op de afdeling D-zep verblijven cliënten tijdelijk en krijgen zij zorg en behandeling. Meestal vertrekken de cliënten na drie maanden weer naar de eerdere woonomgeving. Danielle: “Op deze afdeling hebben we regelmatig te maken met verzet. Mensen die hier komen, begrijpen vaak niet waarom dingen moeten en hebben afweer. Ernstig probleemgedrag geeft een hoge lijdensdruk voor cliënten en handelingsverlegenheid voor zorgprofessionals. Wij willen cliënten helpen zodat ze zich prettiger voelen. Als cliënten bij ons komen, starten we altijd met een goede analyse van een cliënt volgens het Dimentiemodel. Dimentie is een samenvoeging van dementie en dimensies om naar de mens de kijken. We willen de cliënt leren kennen op verschillende vlakken. Hoe is iemands persoonlijkheid en levensverhaal, welke tegenslagen heeft iemand meegemaakt, hoe ging hij/zij er toen mee om, welke vorm dementie is er en in welke fase is hij/zij? Eigenlijk wordt iemand helemaal in kaart gebracht. Dit geeft inzicht in hoe we gedrag beter kunnen reguleren.” Helen: “We kijken ook hoe de spanning zich bij iemand opbouwt, zodat je signalen kunt herkennen. Hier betrekken we ook de familie bij.” Deze aanpak vraagt tijd en aandacht. “Op deze afdeling zijn meer medewerkers en is er meer ruimte om te kijken wat iemand nodig heeft. Met het behandelteam kijken we vervolgens wat werkt en wat niet”, geeft Karin aan. In de eerste periode, de analysefase, kan er veel agressie voorkomen. Danielle: “Dan wordt er vaker onvrijwillige zorg gegeven, omdat je de cliënt, familie en medewerkers wil beschermen. Met interventies reguleren we dit.”
Veilig voelen
Karin vult aan: “Ons doel is om zo min mogelijk onvrijwillige zorg te geven. Hoe minder onvrijwillige zorg, hoe veiliger een cliënt zich voelt. We bieden regelmatig een op een zorg.” Die veiligheid is ook voor medewerkers belangrijk: Helen: “Ook kan er een zorgbeveiliger aanwezig zijn die kan inspringen als het nodig is. Dit biedt ruimte voor medewerkers om bijvoorbeeld een andere benadering te testen naar aanleiding van de analyse.” Danielle: “Onze cliënten zijn vaak prikkelgevoelig en dan is het bieden van rust ook belangrijk. Dat maatwerk en het kennen van iemands verhaal belangrijk is, merkten we bij een cliënt waar een rustig moment op de kamer juist een averechts effect had. Ze raakte in paniek, omdat ze vroeger veel alleen op de kamer werd gezet. Dan kijk je naar alternatieven. We proberen zo goed mogelijk naar de cliënt te kijken op die manier zo goed mogelijk onvrijwillige zorg te voorkomen.”
Karin: “Dit daagt ons uit om creatief te zijn. Wat zijn de mogelijkheden? We hebben inmiddels heel wat middelen tot onze beschikking. Een verzwaringsdeken, koptelefoon, snoezeldeken, wandelen, leefcirkels, etc. Een pop wordt bijvoorbeeld ingezet als iemand heel zorgzaam is. Ook humor kan echt wat doen om een situatie prettig te laten verlopen voor iedereen. Als we van iets nog niet weten of het zal werken, proberen we het uit.”
Gezamenlijke aanpak
Op de afdeling D-zep is samenwerken aan probleemgedrag een van de belangrijkste onderwerpen. Danielle: “Probleemgedrag is een gezamenlijk probleem en vraagt een gezamenlijke aanpak. We werken hier gestructureerd en multidisciplinair aan.” Ook wordt de mantelzorg betrokken. Helen: “Ernstig probleemgedrag is ook voor hen heel belastend. We zien regelmatig dat ze hun vertrouwen kwijt zijn en zich schuldig voelen, omdat het met hun naasten niet goed gaat. We nemen ze gelijk mee in wat we doen, waarom we dit doen en wat de effecten zijn. Zo proberen we het vertrouwen weer op te bouwen.”
Ook voor andere locaties en andere zorgprofessionals wil de afdeling D-zep beschikbaar zijn om mee te denken. Danielle: “Iedere locatie van Zorgpartners kent wel cliënten met complex gedrag. Wij kunnen met een frisse blik meekijken en we kunnen ook de analyse doen zoals we die gewend zijn. Helen: “Ik werk als GZ-psycholoog ook op reguliere afdelingen. Soms is het goed om even een stap terug te doen. Wat helpt er op basis van de analyse? Soms is er een andere afslag nodig.” Ook komt dit expertiseteam er niet altijd uit. Danielle: “Wij laten ook anderen meekijken als we er niet uitkomen, zoals het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE).”
Goede laatste levensfase
Wat maakt het werk rondom probleemgedrag nu zo mooi? Danielle: “Het gaat er uiteindelijk om dat de cliënt zich prettig en veilig voelt. Ik vind het bijzonder als de cliënt de laatste levensfase goed door kan brengen met zijn/haar naaste. Dat de lijdensdruk eraf is en ze weer een beetje kunnen genieten. Dan neem je toch op een andere manier afscheid van elkaar.” Helen: “Wat voor gedrag je ook hebt. Bij ons wordt nooit gezegd en gevoeld ‘die past hier niet’.” Karin sluit af: “Het kan heftig zijn als iemand binnenkomt. Als je dan gaandeweg ziet dat iemand stabiliseert, is dat mooi. Soms duurt het wat langer, maar uiteindelijk zien we verbetering bij onze cliënten.”