Herstellen na het hospice - een nieuwe start als 91-jarige
30 april 2024
Wat doe je als je in het hospice niet overlijdt, maar weer goed herstelt? De 91-jarige Anneke Willemsen maakte een nieuwe start. In de fitnessruimte in Reeuwijk vertelt ze met een sprankeling in haar ogen over haar nieuwe leven en de topsport onder begeleiding van fysiotherapeut Wilco van Wensveen van Zorgpartners Midden-Holland.
“Ik knapte geweldig op in het hospice”, vertel mevrouw Willemsen. “Drie jaar geleden had ik een nieuwe heup in het ziekenhuis gekregen en na een tijdje ging het thuis mis. Er bleek een soort abces in mijn long te zitten. Eigenlijk moest ik geopereerd worden, maar daar had ik geen zin in. Dus dat heb ik niet gedaan. Ze konden niets meer voor mij doen en daarom werd er een plek in het hospice voor mij gezocht. Ik dacht dat ik daar mijn laatste maanden zou doorbrengen, maar ik had nog zin in andere dingen.” Zes weken lag mevrouw Willemsen in een mooie tuinkamer in het hospice. Maar ze herstelde. “Het was een mooi voorjaar en ik heb zelfs mijn voeten nog verbrand op het terras. Ze dachten ‘dat mens gaat niet dood, het is de bedoeling dat je hier overlijdt’. En dat gebeurde niet”, zegt ze met een lach. “Ik nam een bed in beslag van iemand die wel dood gaat. Dus toen heb ik een van mijn zoons gebeld om mij naar huis te brengen. Ik wilde weer naar huis, in mijn tuin werken en mijn sociale contacten weer aanhalen. Die waren afgezwakt in dat jaar.”
Haar eigen huis en tuin waren te groot, dus verhuisde mevrouw Willemsen naar een appartement van Zorgpartners in Ravenhorst in Reeuwijk. “Het is een heel leuk appartement waar ik zit en met een mooi balkonnetje erbij. Ik heb er mooie planten staan. Daar houd ik van, want ik had eerder ook een grote tuin om mijn huis.” Ook haar contacten zijn weer opgebouwd en ze doet weer een wijntje met vriendinnen.
In beweging
Samen met fysiotherapeut Wilco van Wensveen zorgde ze ervoor dat ze ook weer goed in beweging kwam. Wilco: “Mevrouw Willemsen kwam bij mij met de vraag wat ik voor haar kon betekenen nu ze niet was doodgegaan. Ze kon een beetje in haar appartement lopen en had veel knieklachten. We hebben flink getraind toen ze hier kwam.” Sindsdien is ze wekelijks in de fitnessruimte te vinden van De Reehorst, waar Wilco haar ondersteunt en oog heeft voor haar doelen. Willemsen: “Ik ben 91 en dan wil je geen gekke dingen meer doen. Ik wilde wel weer met mijn rollator naar de supermarkt kunnen. Dat lukte en daar kreeg ik ook te horen: ‘Hoe kan het dat u nu weer achter die rollator loopt? U zou toch doodgaan?’ Daar kent iedereen mij.”
‘Hoe kan het dat u nu weer achter die rollator loopt?
U zou toch doodgaan?’
Wilskracht
Wat maakt dat deze mevrouw op deze leeftijd weer op de been komt? Mevrouw Willemsen laat zich als een topsporter coachen door haar fysiotherapeut. Daarnaast fietst ze zelf thuis ook drie kwartier per dag op de hometrainer. Wilco: “Het maakt niet uit welke leeftijd je hebt. Als je weer op de been wilt komen, gaan we gewoon aan de slag. Deze mevrouw heeft een enorm sterke wil en als het lijf het oppakt dan kun je weer ver komen. Of je dan 20, 80 of 90 bent, maakt eigenlijk niet zoveel uit. We kijken samen hoe we dat weer kunnen aanspreken. En dan is het leuke dat er dezelfde wetten gelden als bij andere sporten. Input, zorgen dat je kunt herstellen en weer door. En als dat dan veilig gaat, kom je vooruit.” Mevrouw Willemsen met een lach: “Ik luister ook goed en dan pik ik het op. Nu kan ik met mijn knie alle kanten weer op.”
Ook na haar herstel blijft ze sporten bij Zorgpartners in het appartementencomplex, met een abonnement bij Fitness 55+. Wilco: “Ze komt elke vrijdagochtend oefeningen doen. Dan spreken we ook door hoe de week is gegaan en wisselen we uit wat we gedaan hebben. Zo blijft ze lekker op niveau bezig. Ook is er dan een heel clubje mensen en zij brengt altijd energie mee.”
‘Je kunt ver komen in je herstel
of je nu 20, 80 of 90 bent.’
Levenslust
Ook na het hospice heeft mevrouw Willemsen weer plezier in het leven: “Ik verveel mij nooit, ik ben een lezer. Ik heb een gezellige kring om mij heen, krijg telefoontjes en heb drie zoons die mij ondersteunen.” Ook de vrijheid vindt ze belangrijk: “Ik wil niets moeten. En ik vind het heerlijk om ook eens een dag niks te doen. Afgelopen zondag had je mij moeten zien. Toen stond opeens mijn jongste zoon in de kamer, nadat mijn andere zoon net vertrokken was. Hij nam mij mee in zijn oude MG, een auto met een open dak. Daar ben ik nu wel verkouden van, maar het was heel gezellig en ik heb heel Gouda weer gezien. Daar kom ik anders haast nooit. Het is en blijft een leuke stad.”
Ze heeft haar optimisme meegekregen van haar moeder. Mevrouw Willemsen: “Mijn moeder was net zo.” Met elkaar hebben ze in oorlogstijd veel meegemaakt. “Mijn vader is overleden in de oorlog en wij werden zo op straat gedumpt. Mijn moeder was alleen met drie pubers van 16, 14 en 12 en dat heeft ze verschrikkelijk goed gedaan. Toen we ons huis na bezetting door de NSB weer in konden, is mijn moeder de winkels langs gegaan om ook onze spullen weer terug te kopen. Ze was een doorzetter.” De levensles van mevrouw Willemsen? “Houd de moed erin, durf te leven. Dat vind ik belangrijk. Als het dan een keer mis gaat, mag je best de pest er in hebben.” Ze is blij met de extra jaren: “Dat hebben we ook weer gevierd toen ik 91 jaar werd.”
Lees meer over passende zorg op www.zorgpartners.nl/passendezorg